Omvang en kosten apparaat
Formatie en bezetting
De formatie is concernbreed in de eerste helft van 2018 met zo’n 275 fte gestegen tot 7.745 fte. De bezetting
steeg van 7.378 fte naar 7.738 fte, een stijging van 360 fte. De stijging in de formatieve omvang is voor een deel tijdelijk (70 fte bij DSO) en voor het grootste deel structureel (205 fte). De structurele stijging wordt veroorzaakt doordat Veilig Thuis is ondergebracht bij de gemeente (106 fte maakt vanaf 1 januari 2018 onderdeel uit van OCW), er ook in 2018 STiP-banen zijn gecreëerd door verschillende diensten (circa 53 fte bij DSB, IDC, OCW en SZW), uitbreiding handhaving en Ingenieursbureau Den Haag (bij DSB circa 30 fte). Daarnaast is sprake van uitbreiding met een enkele formatieplaats bij verschillende dienstonderdelen (totaal 16 fte).
Formatie en bezetting (in fte) | Formatie per 30/6 | Bezetting per 30/6 | Prognose bezetting per 31/12 |
Vast | 7.486 | 6.818 | 7.507 |
Tijdelijk | 259 | 920 | 217 |
Totaal formatie | 7.745 | 7.738 | 7.724 |
Primair proces* | 5.336 | 5.300 | 5.229 |
Overhead | 2.409 | 2.438 | 2.495 |
Totaal formatie | 7.745 | 7.738 | 7.724 |
* Beleidstaken, primair proces en uitvoerende taken in eigen beheer | |||
Percentage overhead | 31,1% | 31,5% | 32,3% |
Overhead
Medio 2018 bedraagt de overhead 31,1% van de formatie. In 2014 is met de gemeenteraad afgesproken dat het aandeel overhead van het apparaat wordt teruggebracht. We streven naar een aandeel van 31,3% in 2018. Per juni 2018 is het aandeel overhead gereduceerd tot onder het streefcijfer. De bundeling van de bedrijfsvoering heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. De ontwikkeling van het aandeel overhead blijft overigens in beweging als gevolg van de concernbrede toename van de formatie.
Apparaatskosten
De verwachting is dat op een totaal apparaatsbudget van 663 mln. een overschrijding zal plaatsvinden van 17 mln., wat voornamelijk veroorzaakt wordt doordat (nog) niet ingevulde vacatureruimte wordt bezet door (duurder) extern personeel.
De apparaatslasten worden via verdeelsleutels toegerekend aan de beleidsprogramma’s, het overzicht overhead, of ze worden verrekend met balansposten (voorzieningen, onderhanden werk, of materiele vaste activa).
Inhuur externen
Het inhuurpercentage bedraagt in het eerste half jaar van 2018 15,7%. We overschrijden hiermee de norm (het inhuurpercentage is maximaal 15% van de loonsom). Ter vergelijking, in het eerste halfjaar van 2017 bedroeg het inhuurpercentage 13,8%.
bedragen x € 1.000 | |||
Actuele begroting | Realisatie | Prognose | |
A - Salarislasten eigen personeel | 542.889 | 254.831 | 506.726 |
B - Externe inhuur (excl. inhuur bij organisatie zonder winstoogmerk)* | 33.783 | 47.290 | 100.152 |
X - Verwachte inhuur (niet begroot; dekking uit incidentele projectgelden, flexibele schil etc.) | 60.000 | ||
Aandeel externe inhuur => B / (A + B) | 15% | 15,7% | 16,5% |
In het eerste half jaar van 2018 zijn de kosten voor de ingehuurde externen ongeveer € 47,3 mln. Naar verwachting zullen de totale kosten voor inhuur over 2018 circa €100,2 mln. bedragen en met een aandeel van 16,5% van de loonsom de gestelde norm verder overschrijden.
De gemeente Den Haag huurt meer in dan voorgaande jaren. Hier zijn verschillende redenen voor, bijvoorbeeld:
• werkzaamheden die voortvloeien uit genomen besluiten, bijvoorbeeld
- de vorming van de nieuwe organisatie JMO (dit is de gezamenlijke organisatie van Wmo en Jeugd/CJG),
- tijdelijke opdrachten met de bijbehorende tijdelijke organisaties, zoals het Gemeentelijk Werkbedrijf, de Taskforce Werkgelegenheid en de Taskforce Inburgering.
De vormgeving van deze organisatieonderdelen vergde extra capaciteit.
• krapte op de arbeidsmarkt. Dit zorgt voor een langere werving en selectie periode, die wordt overbrugd met de inhuur van tijdelijke, externe medewerkers. Gemeentebreed zorgde de krapte op de arbeidsmarkt in het eerste half jaar van 2018 voor 1,3% van de totale inhuur.
Daarnaast is in de eerste helft van 2018 voor bijna € 9 mln. aan ICT personeel ingehuurd.
Organisatie en personeelsbeleid
Target | Realisatie | |
Verjonging | ||
Instroom aantal jongeren < 27 jaar | 250 | 638 |
Aantal stageplaatsen en leerwerkplekken | 1.800 | 1.588 |
Instroom jongeren < 35 jaar | 50% | 47% |
Aandeel jongeren | 20% | 18% |
Vrouwen in (sub)top | ||
Instroom vrouwen functieschaal 14 en hoger | 40% | 39% |
Aandeel vrouwen functieschaal 14 en hoger | 35% | 32% |
Gemeentelijke verzuimnorm | ||
Verzuimpercentage | 4,9% | 5,6% |
Verzuimfrequentie | 1,06 | 1,33 |
Verjonging
Vanuit de noodzaak voor verjonging - in het kader van de continuïteit - en de wens een bijdrage te willen leveren aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid in de stad, hebben we als organisatie extra ingezet op het bieden van mogelijkheden voor jongeren. In de periode januari 2015 tot en met juni 2018 zijn 638 jongeren onder de 27 jaar ingestroomd. De target van 250 ingestroomde jongeren in 2018 hebben we hiermee ruimschoots behaald. Het gevoerde beleid voor verjonging heeft effect op de ontwikkeling van de gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand. Waar in het verleden de gemiddelde leeftijd jaarlijks steeg zien we nu dat deze trend is doorbroken; de gemiddelde leeftijd daalt vanaf 2014 van 48,7 jaar naar 47,4 jaar halverwege 2018.
Voor betaalde stageplaatsen en leerwerkplekken is de doelstelling geformuleerd om eind 2018 1.800 plekken te realiseren. Tot en met juni 2018 zijn inmiddels 1.588 plekken ingevuld. Als gemeente Den Haag investeren we de komende tijd op het aangaan van partnerships met onderwijsinstellingen voor stages op die onderdelen waar krapte bestaat of ontstaat op de arbeidsmarkt.
Verzuim
Op 30 juni 2018 is het verzuimpercentage met 5,6%. De Gemeentelijke Verzuimnorm bedraagt voor de gemeente Den Haag voor 2018 4,9%. De verzuimfrequentie ligt met 1,33 boven de norm van 1,06.
Eén van de oorzaken voor het verzuim is de griepgolf die begin van het jaar ook medewerkers van de gemeente Den Haag heeft geraakt. Het Arbo Centrum werkt samen met de diensten aan een intensivering van de verzuimaanpak. Najaar 2018 worden – aanvullend op het vitaliteitspact - concrete maatregelen genomen om de aanpak van verzuim te intensiveren.